Aanbesteden: Wat – Hoe? | Transparantie vs. commerciële belangen van inkoopadviseurs
Transparantie is een fundamenteel beginsel van het aanbestedingsrecht. Maar wat nu als de aanbesteder voor de aanbesteding gebruikmaakt van de gunningssystematiek van derden? Iets wat niet ongebruikelijk is, zeker niet in bepaalde markten. Op zo’n systematiek kunnen intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) rusten en de adviseur zal commerciële belangen hebben om de werking van de systematiek niet te openbaren.
In die situatie botsen belangen met elkaar:
- Enerzijds: het belang van de aanbesteder en inschrijvers bij naleving van het transparantiebeginsel. Dat vereist dat het beoordelingssysteem controleerbaar is. Als er een mathematische methode wordt gebruikt om scores te bepalen, dan moet inzichtelijk zijn hoe die score tot stand komt. De formules, waarden en parameters die aan de systematiek ten grondslag liggen, moeten bekend zijn. Het transparantiebeginsel vereist dus dat de werking van de systematiek inzichtelijk is.
- Anderzijds: het belang van de adviseur van de aanbesteder van wiens systeem de aanbesteder gebruikmaakt. Die heeft investeringen gedaan en kosten gemaakt in het systeem. De adviseur zal die willen terugverdienen en zal openbaarmaking van de werking van het systeem daarom niet wensen.
Mijns inziens moet de aanbesteder primair handelen vanuit het transparantiebeginsel (artikel 1.9 Aw). De aanbesteding moet naar de fundamentele beginselen zijn ingericht. Daar hebben inschrijvers belang bij, maar ook de aanbesteder zelf. De aanbesteder kan dan immers zelf de uitkomsten van de aanbesteding controleren. Bovendien is het aan de aanbesteder om de uitkomsten in rechte te verdedigen als er een kort geding komt. Daarvoor moet de aanbesteder niet afhankelijk zijn van een derde.
Dat betekent dat het commerciële belang van de derde bij de gunningssystematiek in beginsel moet wijken voor het belang bij een rechtmatige en transparante aanbesteding.
Desondanks is een zekere vertrouwelijke behandeling wel mogelijk. Bijvoorbeeld door een aanbesteding met voorselectie te houden. Dan wordt de systematiek bekend bij slechts een beperkt aantal partijen. Verder kan van ondernemers worden verlangd dat zij een geheimhoudingsverklaring tekenen, maar dan alleen voor de systematiek achter de gunningscriteria. Die geheimhouding moet immers slechts gelden voor het beoogde doel.
Zo kan transparant worden gehandeld en kunnen de commerciële belangen van de derde (enigszins) worden bewaard.
Blogreeks 'Aanbesteden: Wat - Hoe?'
Deze blog is onderdeel van de blogreeks ‘Aanbesteden: Wat – Hoe?’, waarin Joris Bax, advocaat bij Brackmann, zijn inzichten en reflecties deelt over actuele thema’s binnen het aanbestedings- en bouwrecht.

Aanbesteden: Wat – Hoe? | Geheimverklaring van aanbestedingen: de toetsingscriteria
Artikel 2.23, lid 1, onder e van de Aanbestedingswet biedt de mogelijkheid om een aanbestedingsprocedure geheim te verklaren. In de praktijk wordt dit artikel weinig toegepast, waardoor de rechtspraak erover beperkt is. Recentelijk wees de Haagse rechtbank een vonnis over dit artikel. Dat maakt duidelijk aan welke criteria een geheimverklaring moet worden getoetst.