Aanbesteden: Wat – Hoe? | Indiening van het UEA
Van wie moet een Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) worden ingediend? In ieder geval van de inschrijver zelf. Dat lijkt vanzelfsprekend: de aanbesteder moet immers kunnen toetsen of de inschrijver voldoet aan de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. Daarnaast bevat het UEA belangrijke informatie over de partij die, als de opdracht wordt gegund, de opdrachtnemer zal zijn.
In een recent arrest oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat een inschrijving ongeldig was, omdat er geen UEA was ingediend van de partij die volgens de eiseres de daadwerkelijke inschrijver was.
Bij de inschrijving waren twee UEA’s gevoegd, elk van een andere combinatie. In beide gevallen maakte de beoogde inschrijver deel uit van die combinatie. Toch was er geen UEA van de inschrijver zelf. Dat maakt de inschrijving ongeldig. Het feit dat er uiteindelijk niet namens een combinatie maar zelfstandig – met een onderaannemer – zou zijn ingeschreven, maakt het alleen maar onduidelijker wie precies wilde inschrijven.
Kortom, van wie moet er altijd een UEA bij de inschrijving zitten?
- van de inschrijver zelf (ongeacht of die alleen of met derden inschrijft);
- - de afzonderlijke combinanten en de combinatie (als de combinatie zich verenigt in een rechtspersoon);
- van derden op wie de inschrijver een beroep doet voor ervaring, middelen of financiële draagkracht.
Er bestaat geen aparte UEA-versie voor combinanten of derden. In alle gevallen wordt gebruikgemaakt van dezelfde module in TenderNed.
Blogreeks 'Aanbesteden: Wat - Hoe?'
Deze blog is onderdeel van de blogreeks ‘Aanbesteden: Wat – Hoe?’, waarin Joris Bax, advocaat bij Brackmann, zijn inzichten en reflecties deelt over actuele thema’s binnen het aanbestedings- en bouwrecht.

Aanbesteden: Wat – Hoe? | Keuzevrijheid bij prijsbepaling
Bij het uitbrengen van een prijs moeten inschrijvers zich houden aan de voorschriften van de aanbesteder. Dit betekent dat zij alle onderdelen die binnen de scope vallen, daadwerkelijk in hun prijs moeten meenemen. Als inschrijvers een onderdeel van de scope naar eigen inzicht mogen invullen, kan de prijs voor dat onderdeel op verschillende manieren worden bepaald. Een recent vonnis laat zien hoe keuzevrijheid over de scope leidde tot discussie over de geldigheid van een inschrijving.